In juli ging een groep Europarlementsleden die lid zijn van het European Energy Forum voor drie dagen naar de Barentsregio in Noorwegen. De trip, inclusief cruise en verschillende excursies, werd betaald door het Noorse oliebedrijf Statoil. In Noorwegen ijveren verschillende oliebedrijven voor toestemming om te mogen boren naar olie. Europese goedkeuring zou daarbij handig zijn.
Volgens het deze week door CEO gepubliceerde rapport over 'intergroepen' (zie kader) van Europarlementariërs proberen bedrijven op verschillende manieren om via Europarlementariërs de Europese wet- en regelgeving te beïnvloeden. Inmenging in de vele informele clubjes die bestaan onder Europarlementsleden, is een veelvoorkomende maar ondoorzichtige manier, aldus CEO.
In het Europese
parlement bestaan 25 geregistreerde intergroepen, informele
themaclubjes van Europarlementariërs uit verschillende
partijen. Verder
zijn er wel 80 informele intergroepen. Tenslotte zijn er
nog de zogenaamde MEP-industriefora. Daarin zetelen zowel
lobbyisten
uit het bedrijfsleven als europarlementariërs. |
Sponsoring
Vaak is volgens CEO niet duidelijk wie er achter de sponsoring zit van bepaalde activiteiten en waar parlementariërs hun informatie over de onderwerpen waarop gestemd wordt, vandaan halen.
Jules Maaten van de VVD is lid van de ALDE-fractie (Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa) in het Europees parlement. Hij woont regelmatig de bijeenkomsten van de Health and Consumer intergroep bij. Die heeft het over aangelegenheden als etiketten op voedsel en richtlijnen voor medicijnen.
Maaten:
'Ik ben niet tegen bedrijfslobby. Grote bedrijven lobbyen even hard als
Greenpeace. Zolang het evenwicht er maar is, vind ik het goed. Maar het
moet wel transparant zijn. Een tijd geleden was ik op een
lunchvergadering. Daar werd me langzaam maar zeker duidelijk dat een
groot bedrijf erachter zat en ook actief aan het lobbyen was. Dat vind
ik niet kunnen.'
'Wij pakken dat anders aan. Ik
organiseerde laatst een lunchbijeenkomst over de bestrijding van
tabaksconsumptie. De lunch werd gesponsord door Pfizer, een groot
farmaceutisch bedrijf dat nicotinepleisters produceert. Ze hebben niet
gespeecht, ook geen folders uitgedeeld, maar hun naam stond wel op de
uitnodiging, dus iedereen wist dat zij betaalden. Ongetwijfeld was dat
PR-technisch heel handig.'
Praktijkervaring
Ieke van den Burg, lid van de PES (Partij voor Europese Sociaal Democraten), vindt de manier van lobbyen binnen intergroepen en andere informele clubs heel waardevol.
'Hoe je het ook draait of keert, de bedrijven hebben veel ervaring in de praktijk. Die is heel waardevol voor ons, want om goede wetgeving te maken, heb je mensen met kennis van zaken nodig. We willen niet zomaar achter de tekentafel theoretische wetten gaan ontwikkelen, daar heeft niemand iets aan.'
'Dat die lobbyisten zich richten op groepen, vind ik ook een goede zaak. Liever dat dan dat ze achter gesloten deuren, een op een, mensen proberen te overtuigen. In groepen is er ruimte voor een goede discussie. Natuurlijk is het belangrijk ook goed naar belangengroepen te luisteren, en te beseffen dat die vaak minder middelen hebben om hun boodschap over te brengen. Zolang we ons daar bewust van blijven, kunnen we evenwichtige beslissingen nemen.'
Onafhankelijke kenniscentra
Dat parlementariërs zich vaak tot de bedrijfslobby wenden voor adequate achtergrondinformatie, baart CEO zorgen. De organisatie pleit ervoor dat het Europese Parlement investeert in onafhankelijke kenniscentra binnenshuis. Dat kan de invloed van particuliere belanghebbenden verminderen.
De aanwas van verschillende intergroepen moet volgens CEO aan banden worden gelegd. Er zijn inmiddels meer informele intergroepen dan officieel erkende. CEO pleit daarom voor verplichte registratie van groepen waarin twee of meer europarlementariërs en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven samen in zetelen. Ze wil ook dat deze groepen volledige transparantie bieden over hun fondsen en inkomsten.